Een week of twee geleden verscheen er een enigszins sjofele man op mijn spreekuur. Het was een druilerige maandagmorgen en de man had een plastic Albert Heijn tas met een aantal ordners bij zich. Zijn vale regenjas had zijn beste tijd gehad, evenals het ongestreken bruine overhemd dat hij droeg.

“Ach meneer”, zei hij droefgeestig, “Ik hoop dat u tijd voor mij heeft want ik zit in grote financiële problemen.”

Na hem een kop koffie te hebben aangeboden vroeg ik hem wat precies het probleem was.

“Mijn ex maakt mij het leven zuur zei hij, “Ik zie mijn zoon van 15 al twee jaar niet meer, maar ik blijf maar alimentatie voor hem betalen.”

Hij legde mij kort uit dat hij ten tijde van de echtscheiding een goed betaalde baan had in de financiële wereld, maar dat hij aan lager wal was geraakt door de crisis. Hij betaalde voor zijn gevoel al jaren teveel kinderalimentatie, had dit bij zijn ex aangekaart, maar die wilde van niets weten.

“Ze plukt me helemaal kaal en gaat er met haar nieuwe echtgenoot nog van op vakantie ook,”  zei hij somber.

Ik legde hem uit dat zijn ex de besteding van de kinderalimentatie niet aan hem hoefde te verantwoorden en dat er ook geen direct juridisch verband is tussen het betalen van kinderalimentatie en contact met zijn zoon.

“Daar word ik niet vrolijk van,” zei hij.

Waarom hij niet eerder naar een advocaat was gestapt, vroeg ik hem, want een wijziging van de alimentatie lag voor de hand.

“Ach meneer,  de echtscheiding heeft mij al duizenden euro’s gekost aan advocaatkosten en daar heb ik echt geen geld meer voor, ik heb namelijk een bijstandsuitkering.”  “Ik heb echter begrepen dat dit informatieve gesprek gratis is vandaar…”

Na hem dat te hebben bevestigd, legde ik hem uit dat de nieuwe echtgenoot van zijn ex ook onderhoudsplichtig was voor zijn zoon en dat dit al een reden zou kunnen zijn voor aanpassing van de alimentatie.

Bovendien, zo gaf ik hem aan, was zijn gewijzigde financiële situatie ook een reden om de alimentatie te her beoordelen.

Tenslotte zo verzekerde ik hem, zou hij, gelet op zijn bijstanduitkering, voor gefinancierde rechtshulp in aanmerking komen, zodat ook de advocaatkosten zouden meevallen.

We spraken af dat hij de ordners met zijn financiële gegevens bij mij zou achter laten en ik gefinancierde rechtshulp voor hem zou aanvragen. We maakten ook alvast een vervolgafspraak.

Toen hij naar buiten liep, draaide hij zich om bij de voordeur en verliet glimlachend het kantoor met de woorden;

“Het is al wat opgeklaard.”

Wim van Es